aardrijkskunde, thema 1

2. Temperatuur in Noord-Europa in de zomer.
6. Een nacht waarin de zon niet onder gaat, heet .....
8. Verdeelt de aarde in een noordelijk en zuidelijk halfrond.
10. Lapland ligt dicht tegen het ......
12. zee Water waaraan Spanje, Griekenland, Frankrijk en Italië grenzen.
13. Het noordelijkste puntje van de aarde.
15. Gebergte op de grens van Zwitserland en Italië.
16. Weer dat bij een bepaalde streek hoort, gemiddelde van 30 jaar.
17. Gebied op de kaart met dezelfde temperatuur en dezelfde neerslag.
19. In de winter in Nederland staat het ..... halfrond het dichtst bij de zon.
21. Warme zomers, neerslag vooral in de winter en planten die goed tegen droogte kunnen horen bij een ..... zeeklimaat.
22. In Lapland is het in de zomer dag en nacht .....

1. Welk klimaat komt NIET voor in Europa: droogklimaat, landklimaat, koudklimaat, tropisch klimaat?
3. Water waaraan België, Noorwegen, Nederland, Verenigd Koninkrijk en een stukje van Duitsland grenzen.
4. Landschap waar het koud en droog is.
5. Dit weer wordt het morgen, of volgende week.
7. Bij dit klimaat is het temperatuurverschil tussen zomer en winter het grootst.
9. In de zomer in Nederland staat het ..... halfrond het dichtst bij de zon.
11. Landschap waar het warm en droog is.
14. Als het de hele dag donker blijft, noemen we dat .....
18. Vrij koele zomers, hele jaar neerslag en groene planten horen bij een ..... zeeklimaat.
19. Het zuidelijkste puntje van de aarde.
20. Door de warmte en het licht van de zon ontstaat ..... op aarde.