Across
- 4. twee
- 5. zeven
- 11. jij heet
- 13. zes
- 14. stier
- 16. tot straks
- 18. wat een leven!
- 20. dag
- 21. fiets
- 22. goedendag
- 24. het gaat goed met mij
- 27. een
- 29. en jij bent?
- 30. wij zijn vrienden
- 31. een
- 34. ik heet
- 38. daar
- 39. hoe gaat het met je?
- 41. goedemiddag
- 43. kijk daar!
- 44. acht
- 46. jij bent
- 47. wat fijn!
- 48. zij heet
- 51. ja natuurlijk
- 53. niet
- 54. kinderen
- 55. wij zijn
Down
- 1. jij bent
- 2. drie
- 3. hoe?
- 6. Spanje
- 7. tot gauw
- 8. vijf
- 9. waar?
- 10. kom nou!
- 12. wij zijn
- 15. hier
- 17. zij zijn
- 18. wat leuk!
- 19. tien
- 21. goedenacht
- 23. ik ben
- 25. negen
- 26. ik ben
- 28. mijn vriendin
- 32. roepen
- 33. camping
- 35. hij is
- 36. geweldig
- 37. jullie zijn
- 40. geweldig
- 42. vriendin
- 45. van
- 49. u bent
- 50. meer
- 51. jullie zijn
- 52. vier