1gta - Unit 2
Across
- 2. moeilijk
- 7. uitnodigen
- 8. spelen
- 9. beroemd
- 13. leren
- 15. herinneren
- 17. winnaar
- 18. belangrijk
- 20. oefenen
- 22. geluk
- 27. speciaal
- 29. mensen
- 30. kiezen
- 36. iedereen
- 38. winnen
- 39. geweldig
- 40. muziekinstrument
- 43. duur
- 44. manier
- 45. gitaar
- 48. genoeg
- 51. praten
- 52. lui
- 54. jong
- 55. opgewonden
- 56. maand
Down
- 1. wedstrijd
- 3. artiest
- 4. verschillend
- 5. concert
- 6. bericht
- 8. ophalen
- 10. ontmoeten
- 11. vakantie
- 12. iedere
- 14. favoriete
- 16. voorbeeld
- 19. drumstel
- 21. prijs
- 23. sms
- 24. geloven
- 25. ongeveer
- 26. snel
- 28. goedkoop
- 31. prijs
- 32. vanavond
- 33. te
- 34. best
- 35. zomer
- 37. antwoord
- 41. sturen
- 42. met
- 46. gebruiken
- 47. al
- 49. kopen
- 50. bellen
- 51. zanger
- 53. gast