lesson 4 unit 3
Across
- 4. platteland
- 6. gevaar
- 9. hek
- 13. omstandigheden
- 14. oogsten
- 15. bedienen
- 16. beperkt
- 17. richtlijn
- 19. schuur
- 22. beschermend
Down
- 1. vee
- 2. gewassen
- 3. beekje
- 5. poort
- 7. afgelegen
- 8. onsmetten
- 10. geïsoleerd
- 11. tarwe
- 12. huisje
- 18. laantje
- 20. landelijk
- 21. repareren