2.2 Botten bewegen
Across
- 1. Flexibele verbinding die beweging tijdens ademhalen toelaat.
- 3. Botstructuur die de elleboog en bovenarm verbindt.
- 6. Beweeglijke verbinding tussen botten, zoals in de knie of elleboog.
- 7. Het onderdeel van een gewricht waar de bolle knobbel in draait.
- 9. Botstructuur in de schedel die stevig en onbeweeglijk verbonden is.
- 13. Taai vlies dat de botten bij elkaar houdt in een gewricht.
- 14. Soort kraakbeen dat schokken in je kniegewricht opvangt.
- 17. Gewrichtstype dat je duim tegenover je vingers laat bewegen.
- 18. Soort gewricht dat beweging in alle richtingen mogelijk maakt.
- 19. Versteviging van zwaarbelaste gewrichten zoals knieƫn.
- 20. Smeerstof die soepel bewegen mogelijk maakt.
Down
- 2. gewricht Gewrichtstype in je vingers dat trommelen mogelijk maakt.
- 4. Bot dat aan de kant van de pink ligt in je onderarm.
- 5. Soort gewricht dat als een scharnier heen en weer beweegt.
- 8. Deel van het skelet dat uit vijf vergroeide wervels bestaat.
- 10. Verbindingsvorm waarbij botten onbeweeglijk met elkaar vergroeid zijn.
- 11. Onderdeel dat voorkomt dat botten in een gewricht slijten.
- 12. Kraakbeenachtige verbinding tussen ribben en borstbeen.
- 15. Beweeglijke verbinding in de schouder.
- 16. Beweging in je onderarm dankzij dit gewrichtstype.