5.3 Planten voeden zich

12345678910111213141516171819
Across
  1. 4. Hierin slaat een plant reservestoffen op en kan het nieuwe plantjes laten groeien.
  2. 5. Openingen in bladeren waarmee gassen zoals koolstofdioxide en zuurstof worden uitgewisseld.
  3. 7. Planten zuigen dit op uit de bodem met behulp van hun wortels.
  4. 8. Hiermee neemt een plant water en mineralen op uit de bodem.
  5. 10. Deze stoffen zijn nodig voor de groei van planten en worden gemaakt met hulp van mineralen.
  6. 11. Dit gas komt vrij tijdens fotosynthese en wordt ingeademd door mensen en dieren.
  7. 14. Dit is een voedingsstof die planten opslaan in bijvoorbeeld wortels en zaden.
  8. 15. Voorbeelden hiervan zijn aardappels en dikke ondergrondse stengels met reservestoffen.
  9. 16. Stoffen die ervoor zorgen dat processen in een organisme goed verlopen.
  10. 17. Deze transporteren glucose naar andere delen van de plant.
  11. 18. Deze voedingsstoffen worden opgeslagen in bijvoorbeeld pinda's en zonnebloempitten.
  12. 19. Planten maken deze zelf, zoals eiwitten, vetten en vitaminen.
Down
  1. 1. Hier vindt de fotosynthese plaats in een plantencel.
  2. 2. Het proces waarbij glucose en zuurstof ontstaan in een plant.
  3. 3. Dit geeft de energie die planten nodig hebben voor fotosynthese.
  4. 6. Dit gas halen planten uit de lucht via hun huidmondjes.
  5. 9. Stoffen zoals stikstof en fosfor, die planten opnemen via water voor hun groei.
  6. 11. Hieruit groeien nieuwe planten; ze bevatten veel reservevoedsel.
  7. 12. Deze worden door planten opgeslagen om periodes zoals de winter te overleven.
  8. 13. Dit is een soort suiker die planten maken tijdens fotosynthese.