Chapter 2 ACFG KT1
Across
- 3. pauze
- 10. belangrijk
- 12. les
- 15. favoriete
- 17. altijd
- 19. wakker worden
- 21. alleen maar, slechts
- 24. tussen
- 25. makkelijker
- 27. stem
- 28. laat
- 30. les
- 32. aankomen
- 33. moeilijk
- 34. thuis
- 37. ongebruikelijke, aparte
- 39. sluiten
- 40. korter
- 43. dansen
- 44. toekomst
- 46. samen
- 49. leren
- 50. gaan
- 51. geluid
- 52. helpen
- 54. chillen, hangen
- 55. leraar
- 56. vak
Down
- 1. gemeen
- 2. perron
- 4. leerling
- 5. andere
- 6. uniform
- 7. reisje, uitstapje
- 8. hetzelfde
- 9. klimmen
- 11. resultaat
- 13. personeelskamer
- 14. dragen
- 16. problemen
- 18. straf
- 20. gebruiken
- 22. onthouden
- 23. pauze
- 26. saai
- 29. boot
- 30. leren
- 31. streng
- 35. lokaal
- 36. klusjes
- 38. langer
- 39. terugkomen
- 41. weg
- 42. wiskunde
- 44. leuk, plezierig
- 45. onderwijzen, lesgeven
- 47. liedje
- 48. geschiedenis
- 49. minst
- 53. taal