De letters van het alfabet
Across
- 2. ons klasdier
- 4. als je dorst hebt mag je het drinken
- 5. fruit dat aan de boom groeit
- 9. niet in maar...
- 10. als het niet droog is dan valt er...
- 12. eten we elke dag in de klas
- 14. geen en zuur als je erin bijt
- 16. ik woon in een...
- 17. doe ik aan als het te donker is
- 19. daar kijken we naar als we in de zetel zitten
- 21. doe ik aan als het koud is buiten
- 22. heeft twee wielen en je kan erop zitten
- 23. als het avond is komt ze aan de hemel
Down
- 1. kan open en dicht en je stapt erdoor
- 3. daar zit ik op
- 6. paraplu voor de zon
- 7. daar kan je in lezen
- 8. als ik me niet lekker voel dan ben ik...
- 11. daarmee gaan we naar een heel ver land
- 13. zit onder mijn schouder
- 15. je kan ze kraken en ze groeien aan de bomen
- 18. in de zomer eten we het veel
- 20. daar stuur je berichtjes mee