Dierentuin - STAAL
Across
- 4. het jong van bijvoorbeeld een leeuw, vos en beer.
- 5. een strookje aan een toegangskaartje dat eraf gescheurd wordt als je naar binnen gaat. Daarna kun je het kaartje niet nog een keer gebruiken.
- 9. iets is ______ als je het mag gebruiken omdat je ervoor betaald hebt. Er zit het woordje ‘geld’ in.
- 10. een tropisch gebied ligt in de buurt van de evenaar. In een tropisch gebied is het erg warm en vochtig. uitsterven niet meer bestaan op aarde. Sommige soorten dieren en planten verdwijnen en komen niet meer terug.
- 11. een jong of een kind krijgen.
- 14. een dier dat kruipt en eieren legt, zoals hagedissen en krokodillen.
- 15. de baas van een school of van een bedrijf
- 17. dieren die hun jongen zogen. Dat betekent dat de jonge melk drinken bij hun moeder.
- 18. wat je het mooist, fijnst of liefst vindt.
- 19. je betaalt voor een heleboel keer tegelijk. Met dit ding kun je bijvoorbeeld een jaar lang naar de dierentuin of krijg je elke week een tijdschrift.
Down
- 1. een kaartje om ergens naar binnen te mogen. Vaak moet je ervoor betalen.
- 2. het moment waarop bijvoorbeeld een club of dierentuin begint te bestaan.
- 3. het leefgebied van een dier. Het dier is daar de baas.
- 6. kleine zeediertjes die op de zeebodem leven. Ze blijven met heel veel bij elkaar op een plek. Ze zien eruit als kleurige waterplanten.
- 7. diersoorten die bijna niet meer voorkomen. Ze vinden niet genoeg eten meer, of het gebied waarin ze leven wordt te klein.
- 8. verplaatsen van dieren door mensen.
- 12. iemand die altijd geluk heeft.
- 13. iets dat veel indruk maakt. Je kunt niet ophouden ernaar te kijken of eraan te denken. Bijvoorbeeld omdat het heel groot is of heel bijzonder.
- 16. een bord waarop je meer over een onderwerp kunt zien of lezen.