Duits met NL beschrijving

1234567891011121314151617181920212223242526272829
Across
  1. 6. niet het land waar je leeft
  2. 9. als een vak niet zo goed gaat
  3. 11. niet soms maar
  4. 12. niet allen
  5. 14. niet iemand maar
  6. 15. ander woord voor leren
  7. 16. 12 keer in het jaar
  8. 17. bijv. Nask
  9. 18. ergens in gaan
  10. 19. zo zie je waar je les hebt
  11. 20. om je te testen op school
  12. 22. wat je 8 keer op school hebt
  13. 24. je krijgt het in de 6e klas
  14. 26. een keuze maken
  15. 28. je slaapt er in
  16. 29. als je niet blij bent
Down
  1. 1. als je gaat slapen
  2. 2. als je iets snapt
  3. 3. je weet het zeker
  4. 4. meestal anders
  5. 5. ander woord voor mavo
  6. 7. bijv. De school of je huis
  7. 8. geen vrede
  8. 10. beste dagen van de week
  9. 13. de eerste schooldag
  10. 18. schoolwerk voor thuis
  11. 21. historisch vak
  12. 23. de laatste schooldag
  13. 25. niet normaal maar
  14. 27. niet precies maar