Eenheid 4, les 1 + 2

123456789
Across
  1. 3. Je noemt iets alleen zo als het echt helemaal goed is.
  2. 4. Iemand die altijd door gaat en niet opgeeft.
  3. 5. We moesten alles van ……. Kennen. We moesten het allemaal uit ons hoofd weten.
  4. 6. Een verzamelnaam voor al het eten en drinken
  5. 8. Gewicht of vet verliezen. Minder zwaar worden.
Down
  1. 1. Terwijl hij aan het praten was, bleef hij steeds ……….. Hij stotterde.
  2. 2. Iets goed vinden, ook al had je het misschien eigenlijk wel anders gewild.
  3. 4. Als je wilt afvallen kun je een ….. gaan volgen. Het bepaald wat je mag eten en drinken.
  4. 7. Een ander woord voor raar of gek.
  5. 9. Een stof in je lichaam. Er zit bijvoorbeeld een laagje van onder je huid. Je wordt er dik van.