English 2
Across
- 2. nauwelijks
- 5. bijzin
- 7. bezorgd
- 10. uitgebreid
- 12. gerucht
- 14. gepast, passend
- 18. rand
- 19. hoewel
Down
- 1. zweep
- 3. verdelen (ww)
- 4. onverschillig
- 5. (gewone) burger
- 6. bijwoord
- 8. overtuigen (ww)
- 9. verlammen (ww)
- 11. (een geweer) richten (ww)
- 13. (iemand) voorgaan (ww)
- 15. voorspoedig
- 16. tegenstander
- 17. koopman
- 20. losmaken (ww)