English crossword
Across
- 3. broer of zus
- 6. attaque, beroerte
- 8. gevaarlijk
- 9. wetsontwerp, wet
- 10. beetnemen, misleiden (to is weggelaten)
- 11. verontrustend
- 12. in aantocht
- 14. periode
- 15. niet-werkzaam
- 16. i.e. risico, zwak punt
- 18. op zijn hoede
- 19. kolossaal (aantal van)
- 22. duurzaam
- 27. komijn
- 29. ongerept
- 30. heilzaam, effectief
- 31. onnauwkeurig, grof
Down
- 1. heimelijk
- 2. opname, inneming
- 3. uitgestrekt
- 4. kortaf
- 5. van nature
- 7. verbinding
- 10. houding ,optreden
- 13. haft (eendagsvlieg)
- 17. laag
- 20. libel, waterjuffer
- 21. pakhuis
- 23. klapekster
- 24. lusteloos, sloom
- 25. illegaal
- 26. relevant, van toepassing
- 28. in wordingstoestand, ontluikend