Exam Vocabulary about School
Across
- 3. mondeling
- 5. bevoegd
- 9. nakijken
- 10. uitwissen
- 12. gevorderd
- 14. natuurkunde
- 15. aardrijkskunde
- 18. schrift
- 19. talent
- 20. spijbelen
- 24. privéschool
- 26. verplicht
- 27. bureau
- 29. achterstandwegwerken
- 31. scheikunde
- 32. analfabeet
- 33. gym
- 34. rector
- 35. geschoold
- 36. spreekvaardigheid
- 37. woordenboek
- 38. geschiedenis
- 39. pesten
Down
- 1. nablijven
- 2. diplomahalen
- 4. middelbareschool
- 6. eindexamen
- 7. vooruitgang
- 8. rector
- 11. decaan
- 13. scholengemeenschap
- 16. studiefinanciering
- 17. basisschool
- 21. gemiddeld
- 22. diploma
- 23. bespreken,behandelen
- 25. woordenschat
- 28. schorsen
- 29. conciërge
- 30. bijwonen,aanwezig zijn