Geld

1234567891011121314151617
Across
  1. 5. Het loon, het geld dat je verdient met het werk dat je doet.
  2. 6. Een soort spaarpot bij de bank, je spaart geld op die rekening.
  3. 7. Een deel van je geld niet uitgeven, maar sparen.
  4. 8. Een soort toonbank in bijvoorbeeld een bank of hotel.
  5. 10. Minder geld uitgeven.
  6. 11. Heel zuinig. Iemand die liever geen geld wil uitgeven of iets weggeven.
  7. 12. Genoeg geld hebben om van te leven.
  8. 13. De bank de opdracht geven om geld van jouw rekening op de rekening van iemand anders te zetten.
  9. 14. Een briefje van vijf, tien, twintig of meer euro.
  10. 16. Hard gooien. Veel geld uitgeven.
  11. 17. Gierig, zuinig. Niet graag geld willen uitgeven.
Down
  1. 1. Een geheim getal van meestal vier cijfers dat jij alleen weet.
  2. 2. Als je met muntgeld of bankbiljetten betaalt.
  3. 3. Een rekening bij de bank. Je kunt er geld op zetten of geld af halen.
  4. 4. Gul, goedgeefs, makkelijk geld uitgeven.
  5. 8. De man of vrouw die achter de balie werkt.
  6. 9. Een portemonnee die sluit met twee ijzeren beugeltjes.
  7. 14. Een bedrag dat bedoeld is om ergens aan uit te geven.
  8. 15. Zonder geld.
  9. 16. Het geldbedrag dat op je bankrekening staat.