H4 vocab A-I
Across
- 2. last
- 4. advocaat
- 6. twijfelachtig
- 7. wreed
- 9. bedoelen
- 11. weigeren
- 13. voorbij
- 14. woest
- 17. stimulans
- 18. veranderen
- 20. algemeen
- 23. illustreren
- 24. toeval
- 26. feit
- 28. genieten
Down
- 1. beslissend
- 3. toevertrouwen
- 5. vastpakken
- 6. verslechteren
- 8. bezorgdheid
- 10. vaak
- 12. beïnvloeden
- 15. onverantwoordelijk
- 16. overtuiging
- 19. beschuldiging
- 20. bewaker
- 21. geval
- 22. beginnen
- 25. nu
- 27. bedrog