Handout Ontwikkeling klas 1

3. - Het onderwatergebied dat grenst aan een continent.
6. - Iets dat iedereen nodig heeft om te overleven, zoals voedsel, onderdak en gezondheidszorg.
10. - Het verschil tussen arm en rijk binnen een samenleving.
12. - Een groep van vijf grote, snelgroeiende economieën: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
14. - Het niet kunnen lezen en schrijven.
20. - De sector die grondstoffen verwerkt tot producten.
21. - Het aantal artsen per duizend inwoners van een land.
23. - Het proces waarbij landen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.
26. - De mate waarin mensen in een land een goed leven kunnen leiden.
27. - Elektriciteit opgewekt door stromend of vallend wat
28. - Een grens gevormd door een rivier, bergketen of ander natuurlijk element.

1. - Een sector waarin weinig arbeid nodig is.
2. - De teelt van bloemen, groenten en fruit.
4. - Een sector waarin veel menselijke arbeid nodig is.
5. - Een kenmerk waarmee je kunt zien of een land arm of rijk is.
7. - De winning en exploitatie van bossen voor hout en andere producten.
8. - Een sector waarin veel geld en machines nodig zijn.
9. - De mate waarin een land rijkdom heeft.
11. - De totale waarde van alle goederen en diensten die in een land in een jaar worden geproduceerd.
13. - Het vervangen van menselijke arbeid door machines en technologie.
15. - Het bnp gedeeld door het aantal inwoners van een land.
16. - Trapvormige rijstvelden in Zuidoost-Azië.
17. - Een land dat snel groeit in economie en industrie.
18. - Het aantal baby's dat sterft voordat ze één jaar oud zijn, per duizend geboorten.
19. - Een grens die door mensen is bepaald, bijvoorbeeld een landsgrens.
22. - De sector die zich bezighoudt met landbouw, visserij en delfstoffenwinning.
24. - Alle mensen die werken of willen werken.
25. - Grote landbouwbedrijven in (sub)tropische gebieden die één product verbouwen.