henk

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 3. Iemand die bij je logeert
  2. 5. Zangtekst
  3. 6. Je kunt er onder wassen
  4. 7. Dagelijks ding
  5. 10. Journaal op tv
  6. 11. Werktafel
  7. 12. Iets wat je voor iemands verjaardag geeft
  8. 13. Pruik boven op je hoofd
  9. 15. Heldere soep
  10. 17. Terug gaan
  11. 18. Iemand die je identiteitskaart controleert
  12. 19. Hokje in trein
  13. 20. Weg die je neemt
Down
  1. 1. Kleding
  2. 2. Een aandenken
  3. 4. News
  4. 8. Hoe goed je bent
  5. 9. Eten met pannetjes
  6. 14. Raceauto bestuurder
  7. 16. Een briefje waar je iets mee kunt kopen