Herhaling hoofdstuk 12 en 13

1. Je wordt pas eigenaar wanneer alle termijnen betaald zijn
6. Het huren van duurzame productiemiddelen
8. Bij de hypothecaire lening is de ...... elk jaar gelijk
12. Je wordt direct eigenaar, maar moet eerst een aanbetaling doen
13. Een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen is opgedeeld
14. De jaarlasten bij een annuiteitenlening worden elk jaar hoger/lager
15. Een lening met een onroerend goed als onderpand
20. Het belastingvoordeel wordt elk jaar meer/minder bij een lineaire hypotheek
22. Wanneer de uitgiftekoers pas na de inschrijvingen wordt vastgesteld
24. Als een onderneming vooruitloopt op de plaatsing van aandelen en obligaties heet dit ......krediet

2. Een bewijs van deelneming in een geldlening
3. Een van de vormen van afnemerskrediet die bijvoorbeeld op het gebied van agrarische gewassen voorkomt
4. Het maximale bedrag dat een onderneming rood mag staan heet ook wel een ........
5. Wanneer de goederen eerst worden geleverd en de klant pas later mag betalen heet ook wel ....krediet
7. Het verschil tussen het kredietplafond en het al opgenomen bedrag
9. Bij een ...... moet men ook een overlijdensrisicoverzekering afsluiten
10. De annuiteitenlening is vooral gunstig als je jong/oud bent
11. Wanneer er eerst betaald wordt en daarna pas de goederen/diensten worden geleverd heet ook wel .....krediet
16. Leverancierskrediet verstrekt door de ene onderneming aan de andere heet .....leverancierskrediet
17. De eigenwoningforfait moeten wij..........van de betaalde rente
18. Bij een spaarhypotheek zijn er wel/geen aflossingen
19. Bij deze vorm van leasing neemt men dit niet op op de balans
21. Rente en aflossing samen noemt men ook wel een ...............
23. Bij de hypothecaire lening ....... de netto maandlasten elk jaar