Hoofdstuk 4 t/m 6 Marktverovering

123456789101112131415161718192021222324252627
Across
  1. 7. Samenwerkingsverband van mensen gericht op het bereiken van een of meerdere doelstellingen.
  2. 10. Wordt beschouwd als grondlegger van de Human Relations benadering.
  3. 11. Het teruggaan uit een hogere functie naar een lagere. Het is het tegenovergestelde van promotie.
  4. 13. Een rechtspersoon die geen leden kent en opgericht is om met behulp van een bepaald vermogen een in de statuten vermeld doel te realiseren.
  5. 14. Het scheppen van (meer-)waarde. Het leveren van producten/diensten die tegemoet komen aan de behoeften van de klant.
  6. 16. De termijn die de werkgever en/of werknemer in acht moet nemen bij ontslag.
  7. 18. Dat is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die een bepaald niet-commercieel doel willen nastreven.
  8. 19. Het aantal verkochte producten (afzet) maal de verkoopprijs.
  9. 20. Het geheel is meer dan de som van de delen.
  10. 21. Een organisatietheorie die een organisatie ziet als een geïntegreerd systeem van met elkaar samenhangende subsystemen die elkaar onderling beïnvloeden.
  11. 22. Het fysieke, sociale en psychologische klimaat waarin wordt gewerkt.
  12. 23. Ontwikkelde de theorie over het bureaucratisch management.
  13. 25. De juridische vorm waarin een bedrijf gedreven wordt, deze rechtsvorm is bepalend voor hoe je belasting betaalt, hoe de aansprakelijkheid is geregeld en wie de beslissingen neemt.
  14. 26. Het aandeel van een bedrijf in de totale afzetmarkt.
  15. 27. Het streven naar integratie van de klassieke benadering en de human relations benadering.
Down
  1. 1. Organisatietheorie die de nadruk legt op de situationele bepaaldheid van de organisatie als het gaat om de structuur van de organisatie en/of managementmethode
  2. 2. De ontwikkeling in de loopbaan van een personeelslid. Een loopbaan is een reeks opeenvolgende functies in een organisatie.
  3. 3. Ontslagvergoeding.
  4. 4. Rechtsregels die betrekking hebben op de ontbinding van een arbeidsovereenkomst.
  5. 5. Gesprek tussen een personeelslid en leidinggevende met als doel het beoordelen van het functioneren van het personeelslid in het verleden, zo’n gesprek kan rechtspositionele gevolgen hebben (meer of minder salaris, ontslag).
  6. 6. Niet tastbare producten van derden, zoals: bezorging van de post, scholing, verzekering, advies e.d.
  7. 8. Ook Taylor wordt gezien als een grondlegger van de klassieke organisatietheorie.
  8. 9. Orgaan dat de dagelijkse leiding van een organisatie heeft.
  9. 12. Gesprek tussen een personeelslid en zijn leidinggevende met als doel het optimaliseren van het functioneren van het personeelslid in de organisatie. Het gesprek kenmerkt zich door de gelijkwaardige inbreng van beide gesprekspartners: er wordt niet alleen gepraat over het functioneren van het personeelslid maar ook over het functioneren van de leidinggevende.
  10. 15. Is de laagste rechter van Nederland en zetelt in een kanton. Een kantonrechter is een alleensprekende rechter en behandelt overtredingen, geldvorderingen tot € 5.000,-, huur- en koopzaken en zaken die gaan over werk en ontslag.
  11. 17. Is een beschrijving op eigen initiatief van werkgevers en werknemers van de wijze waarop en hoe ze voldoen aan doelvoorschriften van de overheid voor gezond en veilig werken. Een doelvoorschrift is een norm in de wet waaraan bedrijven zich moeten houden.
  12. 24. Grondlegger van de klassieke organisatietheorie.