Hoofdstuk 6

1234567891011121314151617
Across
  1. 3. Deftig
  2. 5. Heel erg moe.
  3. 6. Met veel spieren
  4. 7. Doorgaan met vragen stellen.
  5. 8. Zorg voor gezondheid door netjes school te zijn.
  6. 9. Je kunt erop vertrouwen dat iets goed werkt.
  7. 10. Een plek waar je je om kunt kleden.
  8. 11. Zogenaamd; terwijl je doet alsof.
  9. 14. Kijken of alles in orde is.
  10. 15. Uithoudingsvermogen; hoe lang je achter elkaar kunt sporten.
  11. 16. Beweging van je benen bij het zwemmen.
Down
  1. 1. Water laten spatten.
  2. 2. Zolang als iets duurt
  3. 4. Het leven van alle vissen en andere dieren onder water, bijvoorbeeld de zee.
  4. 12. Iemand die ergens veel vanaf weet.
  5. 13. Een grote bak waarin je kunt zwemmen.
  6. 17. Het binnen druppelen van water.