ICT

3. Een verzameling gegevens, zoals een adressenbestand of klantgegevens van een bedrijf, die is opgeslagen in het geheugen van de computer.
5. Een programmeertaal die wordt gebruikt om webpagina's te maken.
10. Een programmeerbare machine waarmee gegevens worden verwerkt.
11. ... omvat ongeschreven richtlijnen en gedragsregels voor het gebruik van internet.
12. Bedrijf dat toegang biedt tot internet, meestal in de vorm van een maand- of jaarabonnement.
13. Engelse term voor het leesteken # oftewel 'het hekje'.
14. De ruimte die een bestand in beslag neemt.
16. Programma dat het beeldscherm van animaties voorziet als de computer een tijd niet is gebruikt.
17. Term die wordt gebruikt om aan te geven hoeveel beeldpunten worden gebruikt.
18. Een naam die de gebruiker toegang tot de computer verschaft.
19. Het centrale en belangrijkste onderdeel van een computer..
21. Een toepassing voor op een computer, tablet of smartphone.
22. 'kwaadaardige software'.

1. Apparaat om beeld weer te geven op een scherm of muur.
2. Een virtuele ruimte op internet waar twee of meer mensen met elkaar kunnen 'praten'.
4. Het apenstaartje wordt gebruikt in e-mailadressen.
6. Engels woord voor draagbare computer.
7. Twee of meer aan elkaar gekoppelde computers.
8. Een afbeelding die deel uitmaakt van de achtergrond van een (internet-)pagina.
9. Kleine afbeelding die bijvoorbeeld een programma, map of bestand vertegenwoordigt.
14. Verbindingsmethode om elektronische apparaten draadloos met elkaar te verbinden over een korte afstand.
15. Het geeft aan dat er via internet gewerkt wordt, bijvoorbeeld om bestanden te bewaren en bewerken.
20. Een sociaal netwerk waar contact gelegd en onderhouden kan worden met vrienden en familie.