Ik doe boodschappen
Across
- 2. Appelen en bananen zijn .....................
- 4. Hesp is .................
- 5. Een ............. cola (metaal)
- 6. Hoeveel .............. een kilo bananen?
- 8. Kleine groene bolletjes (groente)
- 9. Witloof en wortelen zijn.................
- 11. Een oranje stuk fruit
- 12. ............... vind ik het fruit? In de tweede rayon links
- 13. Hoeveel .................... de aardappelen?
- 15. Een plastic ............ melk kost 90 cent.
Down
- 1. Het kost veel: het is ................
- 2. Dit is typisch Belgisch: .............. met biefsteak.
- 3. Neen, ik eet niet graag witloof; ik vind dat niet .............
- 7. Ik ................ met bancontant
- 9. Het kost niet veel......het is ................
- 10. 500 centiliter is een ................... liter
- 14. Ik ......... graag mosselen, mmmmmm ,lekker!