Irregular verbs crossword puzzle
Across
- 1. Voltooid deelwoord (3e rijtje) van 'zwemmen'
- 3. Hele werkwoord (1e rijtje) van 'vluchten'
- 5. Hele werkwoord (1e rijtje) van 'zijn'
- 7. Voltooid deelwoord (3e rijtje) van 'schrijven'
- 8. Past simple (2e rijtje) van 'gaan'
- 10. Past simple (2e rijtje) van 'verstoppen / schuilen'
- 11. Hele werkwoord (1e rijtje) van 'wedden'
Down
- 2. Hele werkwoord (1e rijtje) van 'maken'
- 3. Voltooid deelwoord (3e rijtje) van 'vallen'
- 4. Past simple (2e rijtje) van '(uit)lenen'
- 6. Past simple (2e rijtje) van '(be)vriezen'
- 8. Voltooid deelwoord (3e rijtje) van 'dragen'
- 9. Voltooid deelwoord (3e rijtje) van 'nemen'