Irregular verbs - part four
Across
- 1. werkwoord TONEN (to -)
- 4. werkwoord (ONT)WAKEN (to -)
- 5. werkwoord ZITTEN (to -)
- 6. Past Participle van TO SHOW
- 7. werkwoord ZIEN (to -)
- 8. werkwoord ZWEMMEN (to -)
- 10. Past Simple van TO SPEAK
- 12. Past Simple van TO TAKE
- 15. Past Simple van TO SEE
- 17. Past Participle van TO TEACH
- 18. werkwoord BEGRIJPEN (to -)
- 19. Past Simple van TO WRITE
- 20. werkwoord DRAGEN (to -)
- 21. werkwoord VERKOPEN (to -)
- 22. Past Participle van TO UNDERSTAND
- 26. Past Simple van TO THROW
- 28. Past Participle van TO SING
- 29. Past Participle van TO TELL
- 30. Past Participle van TO SEND
- 31. werkwoord SLAPEN (to -)
- 32. Past Participle van TO SINK
- 33. Past Participle van TO SEE
- 34. Past Simple van TO SHOW
- 35. Past Participle van TO THROW
- 36. werkwoord ZEGGEN (to -)
- 37. werkwoord SPREKEN (to -)
- 38. werkwoord KLEVEN,VAST ZITTEN (to -)
- 40. Past Simple van TO WEAR
- 41. werkwoord DENKEN (to -)
- 42. werkwoord WINNEN (to -)
- 43. werkwoord ZINKEN (to -)
- 44. Past Participle van TO SPELL
- 46. Past Participle van TO SPEND
- 47. werkwoord ZINGEN (to -)
- 50. werkwoord AANLEREN, LESGEVEN (to -)
- 51. Past Simple van TO STAND
- 52. werkwoord NEMEN (to -)
- 53. werkwoord GOOIEN (to -)
Down
- 2. Past Participle van TO WAKE
- 3. Past Participle van TO SIT
- 5. Past Participle van TO SWIM
- 6. Past Participle van TO STEAL
- 7. Past Participle van TO SPEAK
- 9. Past Participle van TO WRITE
- 11. Past Participle van TO STICK
- 13. werkwoord STELEN (to -)
- 14. werkwoord STAAN (to -)
- 16. Past Participle van TO WEAR
- 18. Past Simple van TO UNDERSTAND
- 20. Past Simple van TO WAKE
- 21. werkwoord ZENDEN (to -)
- 23. Past Participle van TO THINK
- 24. Past Simple van TO STEAL
- 25. werkwoord VERTELLEN (to -)
- 27. werkwoord SCHRIJVEN (to -)
- 28. Past Simple van TO SINK
- 31. werkwoord SCHIETEN (to -)
- 32. Past Simple van TO SWIM
- 33. Past Participle van TO SELL
- 34. Past Participle van TO SLEEP
- 37. werkwoord SPELLEN (to -)
- 38. Past Participle van TO SAY
- 39. Past Participle van TO WIN
- 43. Past Simple van TO SING
- 44. werkwoord UITGEVEN (to -)
- 45. Past Participle van TO TAKE
- 47. Past Participle van TO SHUT
- 48. Past Participle van TO SHOOT
- 49. Past Participle van TO STAND