Kruiswoordraadsel 3

12345678910111213141516171819202122
Across
  1. 1. Wie plast tegen de ...., gaat gevaarlijk te werk.
  2. 5. Honger maakt rauwe .... zoet.
  3. 7. Het .... kruipt waar het niet gaan kan.
  4. 8. Wie het kleine niet ...., is het grote niet weerd.
  5. 9. Ieder huisje heeft zijn ....
  6. 10. Van dik hout zaagt men ....
  7. 13. .... vergaat niet.
  8. 15. Als het geld op is, is het .... gedaan.
  9. 17. Gekken en .... schrijven hun namen op muren en glazen.
  10. 18. Jong geleerd, .... gedaan.
  11. 19. Zolang er .... is, is er hoop.
  12. 20. Wie het breed heeft, laat het breed ....
  13. 22. Als je over de duivel praat, trap je op zijn ....
Down
  1. 1. Van een kale .... kun je niet plukken.
  2. 2. Geld dat stom is, maakt recht wat .... is.
  3. 3. De .... van de man gaat door de maag.
  4. 4. Wie .... op zijn hoofd heeft, moet uit de zon blijven.
  5. 6. Wie zijn .... schendt, schendt zijn aangezicht.
  6. 9. .... die vragen worden overgeslagen.
  7. 11. Men moet geen slapende .... wakker maken.
  8. 12. De ochtendstond heeft .... in de mond.
  9. 14. Men moet het .... smeden als het heet is.
  10. 16. Met de .... in de hand komt men door het ganse land.
  11. 21. Bij de buren is het .... altijd groener.