M.1 p. 49
Across
- 7. kapper
- 9. alfabet
- 10. spellen
- 12. straf
- 13. sleutelwoord
- 16. tot ziens
- 17. kwaad
- 18. bellen, telefoneren
- 20. vreselijk
- 23. misschien
- 24. mobieltje
Down
- 1. vreemd
- 2. smaak
- 3. morgen
- 4. chips
- 5. roddelen
- 6. cadeau
- 7. hoofdtelefoon
- 8. (druk)toetsen
- 11. ketting
- 14. beeldscherm
- 15. gapen
- 19. niet thuis
- 21. herinneren
- 22. thuis