Marketing

123456789101112131415161718192021222324252627282930
Across
  1. 2. het totale product inclusief een aantal aanverwanten.
  2. 3. een aanbod waarbij het verkrijgen van goederen of diensten gebonden is aan het verkrijgen van andere goederen of diensten noemen we.
  3. 8. productondersteunende diensten. De kwaliteit hiervan word bepaald door het personeel.
  4. 9. het product zonder de emotionele waarde.
  5. 11. producten die regelmatig aangekocht worden.
  6. 14. aantal artikkelen.
  7. 16. draagt dezelfde naam als de winkel(groep) en verstrekt het imago van de winkel.
  8. 17. aantal varianten in een productgroep.
  9. 19. het goedkoopste merk van de winkel zelf
  10. 20. aantal productgroepen.
  11. 21. in de nieuwe marketingmix gaat het niet alleen om het promoten van het product of de dienst, maar wil een klant inspraak.
  12. 24. de kosten stijgen door overcapaciteit. dit leidt vaak tot terugtrekking.
  13. 26. de gemiddelde prijs van alle producten in een bepaald product catogerien.
  14. 27. de moderne klant wilt vooral gemak.
  15. 29. het product met toegevoegde emotionele waarde.
  16. 30. er word gedacht vanuit de consument.
Down
  1. 1. de groei stopt.
  2. 4. een groep producten die nauw aan elkaar verwant zijn noemen we een productgroep of.
  3. 5. vragen nog meer inspanning van de koper.
  4. 6. producten die regelmatig aangekocht worden, waarbij de klant weinig betrokken is.
  5. 7. producten waar de koper al iets meer moete voor doet.
  6. 10. de middelen die altijd in bepaalde combinatie noodzakelijk zijn om te kunnen produceren.
  7. 12. na het ontwikkelingsstadium neemt de omzet langzaam toe in de.
  8. 13. alle materiële zaken die verhandeld kunnen worden.
  9. 15. alles wat men aangeboden kan worden om aan een vraag of een behoefte te voldoen is in economische zin een.
  10. 18. de verkoop van het product neemt fors toe.
  11. 22. het process en alle activiteiten waarmee bedrijven waarden creëren van de klant, en sterke klantrelaties scheppen en opbouwen, om in ruil daarvoor waarde van de klant te krijgen.
  12. 23. de toenemende (impliciete en expliciete) verwachtingen van je interne en externe klanten net een beetje overstijgen.
  13. 25. alle immateriële zaken die verhandeld kunnen worden.
  14. 28. het gaat nu niet meer alleen om de prijs van het product of de dienst, maar ook om alles wat het de consument verder kost.