Miron 4
Across
- 2. Aardappels koken doe je in een ...
- 4. Bij de tafel zit je op een ...
- 6. Wat is de eerste dag van het weekend?
- 8. Je kunt het niet met een vork eten, maar wel met een lepel. Tata maakt het wel eens.
- 9. Hij heeft 2 poten en hij vliegt door de lucht.
- 11. Hij is rood en rond en het is een groente.
- 15. Zoveel vingers heb je en ook zoveel tenen.
- 16. Met een toverstokje kun je ...
- 18. Het is een vogel en zijn snavel lijkt op een lepel.
Down
- 1. Van die sport heb jij al je B-diploma.
- 3. Je broertje heet ...
- 4. Die kun je 's nachts zien aan de hemel.
- 5. Hij is rond en je eet hem met oudjaar.
- 7. In je slaap heb je wel eens een mooie of een enge ...
- 10. Als je vrolijk bent, ga je niet huilen maar ...
- 12. Het paard van Pippi Langkous heet ...
- 13. 's Avonds wil je slapen, want dan ben je ...
- 14. Je hebt veel geoefend met zwemmen, en daarom kun je het nu al ...
- 15. Als je de cijfers opnoemt van 1 tot 10, dan ben je aan het ...
- 17. Op je vinger zit een ... (moet af en toe geknipt).