Nacht

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 7. alle vormen van de maan: nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan, laatste kwartier.
  2. 8. Heel erg donker.
  3. 11. Halfdonker. De tijd vlak voordat de zon opkomt, of vlak voordat hij ondergaat.
  4. 12. De ster die altijd precies boven de Noordpool staat.
  5. 14. Een groep sterren aan de hemel. Ze vormen samen een figuur.
  6. 17. De hemel met sterren in de nacht.
  7. 19. Het ondergaan van de zon: het wordt donker.
  8. 20. Half slapen, slaperig zijn.
Down
  1. 1. Als je niet in slaap kunt vallen.
  2. 2. Helemaal wakker.
  3. 3. Een regen van vallende sterren.
  4. 4. Half slapen.
  5. 5. Iemand die tot laat in de nacht wakker blijft.
  6. 6. Schitteren. Het lijkt of er kleine lichtjes vanaf komen.
  7. 9. Iemand die ’s nachts gebouwen bewaakt zodat er niet ingebroken wordt.
  8. 10. De naam van een sterrenbeeld met zeven sterren in de vorm van een steelpannetje.
  9. 13. Overdag een licht slaapje doen.
  10. 15. Een groep mensen die ’s nachts werkt.
  11. 16. Het opkomen van de zon: het wordt licht.
  12. 18. De ruimte om de aarde heen die nooit ophoudt, ook de zon, de maan en de sterren.