Nederland
Across
- 5. - Een rivier stroomt binnen een zomerdijk. Verderop ligt dat het achterliggende gebied overstroomt.
- 9. - Een rij auto’s die heel langzaam of helemaal niet rijden op de weg.
- 10. - De eilanden in de Waddenzee.
- 12. - Een plek in het havengebied waar de containerschepen met grote kranen worden geladen en gelost.
- 14. - Iemand die bij drukte het verkeer regelt.
- 15. - Een stuk snelweg waar alleen op gereden mag worden als het heel druk is, bijvoorbeeld in de spits.
- 19. - De overstromingsramp die plaatsvond in Nederland in 1953 en vooral Zeeland en Zuid Holland trof.
- 20. - Onder water komen te staan.
- 22. - De overheidsdienst aan de grens die je paspoort controleert.
- 23. - Eb of vloed.
- 24. - De plek waar schepen kunnen aanleggen en kunnen vertrekken. Hier stappen passagiers op of af en hier worden goederen geladen of gelost.
Down
- 1. - Het land dat naast je ligt.
- 2. - Een soort dam in de Oosterschelde die alleen bij zeer hoog water dicht gaat.
- 3. - Een plaats waar drie landen elkaar raken.
- 4. - Een groot schip dat op open zee en oceanen kan varen.
- 6. - Stenen kant van een rivier of kanaal, waar schepen kunnen aanleggen.
- 7. - De zee tussen de Waddeneilanden, de afsluitdijk en het vaste land.
- 8. - Je kunt van de kust van Groningen naar een Waddeneiland lopen als het eb is.
- 10. - De wegen moeten regelmatig gerepareerd worden. Werk aan de weg. De omleiding - Als een weg is afgesloten dan wordt er een andere route aangegeven.
- 11. - Het plan om Nederland te beschermen tegen erg hoog water en stormen. Alle werken die in het Deltaplan staan.
- 13. - De plaats waar je van het ene land het andere land binnen gaat.
- 16. - Een stuk land tussen dijken op een plaats waar vroeger water was.
- 17. - Een periode van de dag, ’s ochtends en ’s avonds, waarop er veel mensen reizen, op de weg of met het openbaar vervoer.
- 18. - De Waddeneilanden en de Waddenzee in het noorden van Nederland.
- 21. - Pomp of molen die en polder droog moet maken of droog moet houden.