Nederlandse woorden vertalen in het frans
Across
- 1. Het weer
- 4. Ik ben
- 5. Gaat het ?
- 6. Een voornaam
- 9. Twee
- 13. Jouw vriend
- 14. Een tafel
- 15. Verdrietig
- 18. Meneer
- 19. Sterk
- 20. Slecht
- 22. Hallo
- 23. Een stoel
- 24. In
- 26. Geweldig
- 31. Hebben
- 32. Jong
- 34. Het sneeuwt
- 35. Een boek
- 36. Op
Down
- 2. Altijd
- 3. Maar
- 5. Tof
- 6. Een zus
- 7. Mijn vader
- 8. Morgen
- 10. Voor jou
- 11. Een kast
- 12. Een meisje
- 16. Drie
- 17. Wanneer
- 21. Februari
- 25. De computer
- 27. Nu
- 28. Schriften
- 29. Goeiendag
- 30. Aardig
- 33. Graag gedaan