Oma 60

3. Doe je vaak met mij als je muziek hoort.
4. Deze film keek ik vroeger bijna altijd als ik bij je op bezoek kwam.
6. Je eerste autootje.
8. Hier vierden we vorig jaar (dit schooljaar) Halloween.
9. Doe je veel met je handen als je dingen uitlegt.
11. Kocht je samen met mij.
13. Zeg je telkens als er iemand afscheid neemt.
14. Niel en ik gaan al jaren mee op deze uitstap en we komen met volle emmers en een volle buik terug.
18. Dit zou je dolgraag nog eens willen doen.
19. Dat eet jij met je vinger uit de pot (vroeger ;-) ).

1. Vinden Niel en ik heel lekker als je dat klaarmaakt.
2. Het recept heb je van mij, maar jij maakt het heel lekker.
5. Dit TV-programma speelden we na bij jou thuis. We moesten bedjes kleuren om te beoordelen.
7. Iemand die kan bloemschikken, schilderijen maakt, handwerkjes doet, is .....
10. Heb jij mij geleerd: 1 sjaal was snel af.
12. Jouw woord voor slagroom.
15. Als Niel op bezoek komt, kan hij erg genieten van je.....
16. Nu je naar de kinesist bent geweest, is het al veel beter met je .... .
17. Hier heb je 35 jaar voor gewerkt.
20. Toen ik nog heel klein was, gebruikte je dit koosnaampje voor mij.