Op Niveau 3 vmbo-gt H5 Taalschat

1234567891011121314151617181920212223242526272829303132
Across
  1. 2. noodlottig
  2. 3. middel
  3. 9. uitdagen, uitlokken
  4. 12. innen
  5. 15. het volledig vastlopen van verkeer
  6. 18. iets als volmaakt voorstellen
  7. 23. zich aanpassen aan het klimaat en de omgeving
  8. 26. dwingende, waar je niet omheen kunt
  9. 27. inzetten in levend weefsel
  10. 28. jong iemand die veel geld verdient en een luxe leven leidt
  11. 29. opdracht om de vrede in een gebied te herstellen of te bewaren
  12. 31. erg met zichzelf ingenomen, ijdel
  13. 32. iemand die alle kenmerken bezit
Down
  1. 1. een verkorte handtekening zetten (de eerste letters van je naam)
  2. 2. zeer grote (belemmerende) angst
  3. 4. zeer groot, wezenlijk
  4. 5. geurig maken
  5. 6. specialist die afwijkingen aan gebit en kaak corrigeert
  6. 7. naar een hogere klasse of functie (doen) gaan
  7. 8. ingewikkeld
  8. 10. cirkel reeks nare situaties waar je niet uitkomt omdat ze elkaar versterken
  9. 11. voorbereid om onmiddellijk te kunnen worden ingezet
  10. 13. onvoorbereid uitvoeren
  11. 14. eigenaar van een of meerdere dagbladen, die rijk is en daardoor veel invloed heeft
  12. 16. onderzoeken wat goed en wat slecht aan iets was
  13. 17. ergerniswekkend omdat je iets niet krijgt of kunt
  14. 19. vol energie, wilskracht
  15. 20. indruk maken
  16. 21. uitschakelen, vermoorden
  17. 22. blijvend
  18. 23. afzetten
  19. 24. langdurig
  20. 25. fijngevoeligheid, overgevoeligheid
  21. 26. verschijnselen die optreden bij een bepaalde ziekte
  22. 30. strafinrichting, gevangenis (afkorting)