Personages

12345678910
Across
  1. 4. Bij een (...) personage moet de lezer zelf afleiden wat het karakter van het personage is. Wat hij/zij zelf denkt of voelt, weet je niet.
  2. 5. Een (...) character evolueert doorheen het verhaal. Hij/zij bezit goede en slechte eigenschappen, en is meestal onvoorspelbaar.
  3. 6. Harry Potter is het (...) in de boeken van Harry Potter.
  4. 9. Ron Wemel en Hermelien Griffel zijn (...) in de boeken van Harry Potter.
  5. 10. Een (...) personage evolueert doorheen de gebeurtenissen in het verhaal.
Down
  1. 1. Een synoniem van bijfiguur.
  2. 2. Mister Bean is hier een voorbeeld van.
  3. 3. Een synoniem voor tegenspeler.
  4. 7. Een (...) personage wordt uitgebreid voorgesteld aan de lezer.
  5. 8. De (...) heeft geen belangrijke rol in het verhaal. Hij/zij draagt bij tot de sfeer.