project sport

1234567891011121314
Across
  1. 3. Handel drijven met producenten uit het.
  2. 6. Verkoopt producten.
  3. 7. De leden hebben heel wat.
  4. 11. Op alle inkomsten moet er ook betaald worden.
  5. 12. Het aanvoelen van een tekort en het verlangen eraan.
  6. 13. Tussen de leden van een groep is er een sterke.
  7. 14. Gedrag is vaak een reactie.
Down
  1. 1. Producten die je kan vastnemen.
  2. 2. De wetenschap die kenmerken van een groep bestudeert.
  3. 4. Tussen de leden heerst een groot.
  4. 5. Prestaties die iemand levert.
  5. 8. Gedrag word beïnvloed door de.
  6. 9. De leiders van een plaats.
  7. 10. Een persoon die diensten aankoopt.