Psychische en sociaal-emotionele ontwikkeling peuter

123456789101112131415161718
Across
  1. 3. Door de ontwikkeling op fysiek vlak, worden peuters steeds zelfstandiger. Ze zijn dan ook erg nieuwsgierig naar de wereld rondom zich en willen alles onderzoeken. Dit noemen we ……
  2. 4. Een synoniem voor de peuterfase.
  3. 7. Pieter van 1,5 jaar vraagt aan mama “auto papa?” Dat is een voorbeeld van een……?
  4. 8. Het kind kan zich niet verplaatsen in het standpunt van iemand anders.
  5. 9. Het kind bouwt of maakt iets. Dit soort spel noemen we……
  6. 10. Kenmerkend bij de taalontwikkeling van de peuter is dat het kind het belangrijkste woord uit een zin gebruikt om er die zin mee uit te drukken. Dit noemen we……?
  7. 11. Rond de peuterleeftijd ontstaat er een conflict tussen de drang naar …… en anderzijds het verlangen naar liefde en geborgenheid van de volwassene.
  8. 14. Vanaf de leeftijd van 2 jaar krijgt het kind meer zicht op grammaticale regels van onze taal. Er is sprake van …… praten.
  9. 17. Het kind speelt vaak alleen. Dit soort spel noemen we……
  10. 18. Een emotie die vaak voorkomt bij peuters bv. wanneer er een baby in het gezin bijkomt. Het is een combinatie van de gevoelens angst en agressie.
Down
  1. 1. Wanneer de peuter voor het eerst meerwoordzinnen begint te vormen zijn die korte eerste zinnetjes die het kind maakt grammaticaal nog niet correct. Ze vergeten lidwoorden, vervoegingen van werkwoorden en verbuigingen. Hoe noemen we dit ‘praten’?
  2. 2. In een gezonde opvoeding leert een kind van jongsaf aan dat er grenzen en beperkingen zijn en dat niet alles zomaar kan. Het kind leert rekening te houden met anderen en leert zijn …… uit te stellen.
  3. 5. Halverwege het 3de levensjaar begint de ……-periode. Het kind wil alles begrijpen wat er rondom hem gebeurt.
  4. 6. Vanaf 18 maand begint een kind zijn …… echt te gebruiken. Hij durft al eens een driftbui te hebben wanneer hij zijn zin niet krijgt.
  5. 12. Door de ontwikkeling van de fantasie als belangrijk kenmerk van de peuterperiode is het …… heel populair. Het is een spel waarin bepaald gedrag wordt nagebootst.
  6. 13. Het kind speelt niet met de ander, maar naast de ander. Dit soort spel noemen we……
  7. 15. “Elise zegt tegen mama dat ze bang is om samen met het toilet doorgespoeld te worden.” Dit is een voorbeeld van …… denken bij een peuter.
  8. 16. “Lexie stuikt haar voet tegen de tafel en roept stoute tafel!” Dit is een voorbeeld van …… denken bij een peuter.