Psychische gezondheid
Across
- 1. Wanneer Jan zijn feest geeft heerst net de buikgriep. Veel van zijn gasten bellen dan ook af wegens ziekte. Hij denkt dat dit smoesjes zijn, dat ze gewoon niet naar zijn feest willen komen.
- 4. De wetenschap van de menselijke geest en het gedrag.
- 5. De oma en de mama van Bert maken regelmatig depressieve periodes door. Bert is dan ook bang dat hij later ook depressief zal worden.
- 6. Het geheel van onze mogelijkheden om de moeilijkheden om ons heen aan te kunnen.
- 8. Na zijn ongeval kan Tom helemaal veranderd. Dat hij niet meer kan stappen heeft hem van een spontane, vrolijke jongen verandert in een prikkelbaar en chagrijnig iemand.
- 13. De werknemers van Ford gaan een moeilijke periode tegemoet. Zonder werk en inkomen vallen is niet evident.
- 15. Afwijking in je lichaam of geest, of in het functioneren daarvan.
- 16. Als kind had An het niet gemakkelijk. Haar vader had geen werk, het weinige geld wat haar moeder verdiende gaf hij uit aan alcohol. An lag dan ook vaak met honger in bed, er was dan geen geld meer voor eten.
- 17. Medische wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling van psychische aandoeningen.
Down
- 2. De leer van de psychische ziekte (geestelijk of psychologisch) of lijden of van de handelingen en ervaringen die kunnen wijzen op een psychische ziekte of handicap.
- 3. Hulpmiddel om metingen of waarnemingen te doen.
- 7. Tak van ( ) die zich bezighoudt met afwijkend gedrag dat, hetzij door zijn omgeving, hetzij door de persoon zelf, als ongewenst wordt beschouwd (Noteer het voorvoegsel dat voor ( ) komt).
- 9. De hond van Elke is overleden. Ze kan maar niet stoppen met treuren over zijn verlies, zelfs maanden erna kan ze bij het zien van een andere hond in tranen uitbarsten.
- 10. Een vaste set van onder andere vragenlijsten, onderzoeken en metingen die kan worden afgenomen door een psycholoog, pedagoog of psychiater.
- 11. De subjectief ervaren last van de eisen die ons gesteld worden.
- 12. 'Hindernissen' die iedereen kan tegenkomen, bvb. werk verliezen, overlijden partner, autodiefstal, ...
- 14. Structureel, ongewenst en voor anderen of voor de persoon zelf storend gedrag.