puzzel les 4

12345678910111213141516171819202122232425
Across
  1. 3. de peuter kent menselijke eigenschappen toe aan dingen die niet leven, dit noemen we .... denken
  2. 4. zindelijk worden staat centraal bij de peuter, daarom spreken we ook wel van de ... fase
  3. 6. de mond is erg belangrijk voor de baby, daarom spreken we ook wel van de ...
  4. 8. de wetenschap die het gedrag bestudeert van de mens in de verschillende fasen van zijn leven
  5. 13. de beheersing van spieren van een baby gaat van ... naar beneden
  6. 14. de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert
  7. 15. als de baby zich vertrouwd voelt bij de opvoeder spreken we van .... hechting
  8. 16. automatische reacties op prikkels van buitenaf
  9. 17. na ongeveer 6 weken gaat de baby lachen naar mensen die ook naar hem lachen, dit noemen we de ... glimlach
  10. 18. de peuter kan zich nog niet goed inleven in anderen en is erg op zichzelf gericht. De peuter is..
  11. 20. klaar zijn om iets te kunnen
  12. 21. het denken van de peuter richt zich op wat tastbaar is. Dit noemen we ... denken
  13. 22. de .... reflex is de reflex die de baby laat zien als hij schrikt
  14. 25. de peuter groeit niet veel in de lengte er is vooral sprake van .....
Down
  1. 1. de peuter kan nog niet goed onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie. Dit noemen we ... denken
  2. 2. voor contact maken met zijn omgeving maakt de baby gebruik van .....
  3. 5. als de baby zich niet vertrouwd voelt bij de opvoeder spreken we van ... hechting
  4. 7. het .... van de baby neemt ongeveer een kwart van zijn lichaam in beslag
  5. 8. intern, extern en zelfbepaling zijn de ....
  6. 9. het karakter van de baby noemen we ook wel ....
  7. 10. ander woord voor ontdekkingsdrang
  8. 11. een peuter leert lopen, klimmen en klauteren. dit noemen we de ... motoriek
  9. 12. het leren van de baby gaat op drie manieren: herhalingsleren, imiterend leren en ...
  10. 19. periode die loopt van 17-22 jaar
  11. 23. de eerste weken is het lachen van de baby nog een ....
  12. 24. de peuter verzet zich tegen wat de opvoeder wil, de peuter is...