Puzzel Van alles wat

12345678910111213141516171819202122
Across
  1. 6. Wat is de comparatief van 'graag'?
  2. 8. Welke conjunctie gebruik je bij een keuze?
  3. 9. Tegenstelling van 'licht'
  4. 10. Wat is de pluralis van '(het) glas'?
  5. 12. Je collega gaat ziek naar huis. Wat zeg je tegen hem?
  6. 13. Welke prepositie past: ze staan ... een camping in Zuid-Frankrijk.
  7. 15. Wat is het participium van 'kijken'?
  8. 16. Wat is het possessief: Piet en Thea zijn ... sleutels kwijt.
  9. 17. Welke conjunctie past: Ze vindt ... ze niet kan dansen.
  10. 18. Vandaag is het donderdag. Welke dag was het eergisteren?
  11. 20. Tegenstelling van 'meer'
  12. 21. Welke conjunctie gebruik je bij een tegenstelling?
Down
  1. 1. Willen: ik wil, jij wil(t), hij ...
  2. 2. Wat is de pluralis van '(de) stad'?
  3. 3. Tegenstelling van 'nat'
  4. 4. Maak van deze zin een 'omdat'-zin: Hij gaat weg want hij heeft een afspraak. Welk woord komt achteraan?
  5. 5. Je vriendin gaat even naar de supermarkt. Wat zeg je als afscheid? Tot ...
  6. 7. Welke prepositie past: ik houd erg ... lezen.
  7. 11. Als je ergens te voet heen gaat, kun je ook zeggen: ik ga ...
  8. 12. Wat is het participium van 'beginnen'?
  9. 14. Ander woord voor 500 gram
  10. 19. Tegenstelling van 'slechter'
  11. 21. Mogen: ik mag, jij ...
  12. 22. Welke preposite past: hij moet de hele tijd ... haar denken.