Puzzle vocab unit 2 lessons 6+7
Across
- 4. druk
- 5. snijden
- 7. gave
- 10. schetsen
- 15. krabbelen
- 17. milieu
- 18. werknemer
- 19. gewoonte
Down
- 1. negeren
- 2. ontdaan
- 3. bezit
- 6. friemelen
- 8. uitdrukken
- 9. informeel
- 11. overwegen
- 12. hinder
- 13. echt
- 14. stout
- 16. afdrijven