spaans
Across
- 1. Als het weer warm weer wordt.
- 5. Als iets niet gezien mag worden.
- 6. Geen vlees eten.
- 8. Waar een toneelstuk afspeelt.
- 10. Groeit weer in de lente en ruikt lekker.
- 11. Een alleenheerser aan de macht.
- 15. Iedereen is er weg.
- 16. De zoon van je opa.
- 17. Je geld op de bank zetten.
- 18. Zo slim als Albert Einstein.
Down
- 2. ALs iemand doodgaat.
- 3. Mensen die ons land verdedigen.
- 4. Een kaart waarop eten staat.
- 7. Je kan erop gamen.
- 9. Je gooit het meestal in de prullenbak.
- 12. Staat in een krant.
- 13. Groeit aan een boom en is oranje.
- 14. Waar je op vakantie kan gaan.