Spaans

12345678910111213141516171819202122232425262728293031
Across
  1. 2. Eten dat heet is noem je..
  2. 3. Oscar Hele goede acteurs kunnen een ... winnen.
  3. 6. Van een ... maak je friet
  4. 9. blanco Geen rode maar ... wijn
  5. 10. Het tegenovergestelde van geduldig
  6. 11. Vuile was stop je in de...
  7. 13. Sushi is niet gebakken maar..
  8. 20. Dit kun je door een salade doen
  9. 21. In een ander huis gaan wonen
  10. 23. In een kamer komt het zonlicht door het..
  11. 25. In een zwembad kun je..
  12. 26. Werk om thuis te maken
  13. 28. De geboorte van Jezus
  14. 29. Bretaña Engeland noem je ook wel...
  15. 30. Tweede maand van het jaar
Down
  1. 1. Oranje fruit
  2. 4. Om binnen in je huis te komen heb je een ... nodig
  3. 5. Een van de werelddelen
  4. 7. Dit pasje moet je altijd bij je hebben
  5. 8. Iemand die alles perfect wil hebben is een..
  6. 12. Spaans drankje
  7. 13. Iets dat je moet hebben om auto te mogen rijden
  8. 14. Je kunt met je caravan op een ... staan.
  9. 15. Iemand die geen vlees eet is..
  10. 16. Een voorgerecht
  11. 17. Een ei kun je gekookt eten maar ook..
  12. 18. Niet eerlijk zijn
  13. 19. Geen vlees, maar..
  14. 22. Een man die een film regisseert
  15. 24. Op wintersport ga je vaak...
  16. 27. sonoro Een film met enkel geluid
  17. 31. Een chocolaatje