Sport

123456789101112
Across
  1. 2. Niet voor je geld sporten
  2. 6. Iets wat veel aandacht trekt
  3. 7. Hiermee pingpong je
  4. 8. Stoer dansen
  5. 10. Lichamelijk
  6. 11. Je tegenstander is je .......
  7. 12. Zeggen wat je team moet doen
Down
  1. 1. Iets doen wat niet mag
  2. 3. Bijvoorbeeld schaken
  3. 4. Ik ....... mijn favoriete sport
  4. 5. Heel saai
  5. 9. Je mag niet meer meedoen