sport

1. Sport voor jongeren ze hebben een boot en een roeier nodig.
6. Je vecht op tatamies en ze hebben een wit pakje aan.
7. Een sport voor lenige mensen en er zijn soms competitie.
11. Er zit een keeper in de goal de spelers moeten scoren.
12. Een sport waarbij men op een board met vastgemaakte schoenen afdaald van een besneeuwde piste.
13. Ze dansen op tutu's en de meisjes doen een rokje aan.
15. Er zit een keeper in de goal de spelers moeten proberen te scoren met hun hand.
16. Die sportieven hebben een raket nodig en een pluim.
17. Een teamsport in het water en je moet met in de goal werpen.
18. Je bent met een plank op het water en het water is heel hoog.

1. Je hebt een hockeystok nodig en een klein wit balletje waar er gaatjes in zitten.
2. Sport waar je een paard en botten nodig hebt.
3. Een sport voor het eerst naar de finish met een coursfiets.
4. Iedereen die mee doet loopt voor het eerst naar het einde.
5. Sport voor mensen die veel bewegen en graag dansen.
8. De spelers hebben een bal en moete de bal in een ring gooien.
9. Er zijn 2teams 1speler begint met de bal over het net te gooien om te scoren.
10. Ze hebben een zwart pak nodig en gordels.
12. Voor deze sport heb je een pingpongtafelnodig en een pingpongbal.
14. Je hebt een raket nodig en een klein groen balletje.