sporten

12345678910111213
Across
  1. 3. zich in het water voortbewegen.
  2. 5. sport met bal aan de hand waar je best groot voor bent.
  3. 7. sport met dun zwaard waarbij je elkaar moet raken.
  4. 9. sport waarbij je eerst moet zijn op een bepaalde afstand.
  5. 10. 2 spelers of speelsters en een klein balletje.
  6. 11. zo hoog mogelijk springen.
  7. 12. sport 11 tegen 11 waarbij je met de bal aan de voet spelen.
  8. 13. 10 sporten tegelijkertijd beoefenen.
Down
  1. 1. sport tussen 2 spelers met de vuisten.
  2. 2. teamsport waarbij een harde bal met een van onderen gebogen slaghout in het doel moeten geslagen worden.
  3. 4. hardrijden op de fiets als sport.
  4. 6. met 2 samen een sprong uitvoeren.
  5. 8. sport zoals handbal maar in het water.