Taal week 5, les 1

12345678910
Across
  1. 1. Niet mooi, lelijk
  2. 4. Tegenovergestelde van een zachtzinnige manier
  3. 5. Iets blijft steeds doorgaan, het houdt maar niet op
  4. 7. Je denkt alles (beter) te weten
  5. 9. Niet redelijk, oneerlijk
  6. 10. Niet zo goed knutselen of klusjes doen
Down
  1. 2. Je doet domme dingen, je bent dan ...
  2. 3. Gemeen
  3. 6. Je wilt alleen maar lol maken en hebt geen zin om hard te werken
  4. 8. Andere mensen maken de beslissing voor jou, jij hebt nikt te zeggen.