Taalschat blok 3

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 4. moderniseren, eigentijds maken
  2. 6. tot beroep(s) maken
  3. 10. vervelend bijverschijnsel
  4. 11. de gesproken taal van een film opnieuw opnemen in een andere taal
  5. 14. indruk
  6. 16. een aanwijzing geven
  7. 18. opgewonden en zenuwachtig reageren
  8. 19. winstgevend maken
  9. 20. ontleden om inzicht te krijgen
Down
  1. 1. de duur verlengen
  2. 2. iemand die diabetes (suikerziekte) heeft
  3. 3. het in evenwicht brengen, het weer goed maken
  4. 5. mening van een tweede deskundige
  5. 7. iemand die zijn mening aanpast als hem dat voordeel oplevert
  6. 8. maar af en toe
  7. 9. akkoord gaan met een tussenoplossing
  8. 12. afzonderen, zodat er weinig of geen contact is met de omgeving
  9. 13. zelfverzekerd zijn, in staat zijn om voor jezelf op te komen
  10. 15. tot eenheid brengen, normaliseren
  11. 17. iemand die het stelen niet kan laten