Thema 1 week 2

12345678910
Across
  1. 2. Geluk hebben
  2. 3. Zonder veel moeite iets goed kunnen.
  3. 4. Anderen noemen je een lafaard als ze vinden dat je je laf gedraagt.
  4. 8. Hiermee laat je zien dat iets echt waar is.
  5. 9. Erg of zeer
  6. 10. Als je niet dapper bent en niet veel durft.
Down
  1. 1. Expres
  2. 5. De hele tijd
  3. 6. Als je bij gevaar veel durft en niet bang bent.
  4. 7. Iemand die gevaarlijke dingen doet om anderen te helpen.