Thema 2: les 3 en 4

123456789101112131415
Across
  1. 3. stro zijn gedroogde stelen van planten
  2. 4. iemand die in dezelfde tijd leeft
  3. 8. een apparaat waarin je videobanden afspeelt
  4. 10. behalve als
  5. 11. een lijn die de tijd in de geschiedenis voorstelt
  6. 12. helemaal heel, niet stuk
  7. 13. ophouden
Down
  1. 1. stukje dat ergens vanaf gebroken is
  2. 2. iets opknappen
  3. 5. de tijd die nog komen moet
  4. 6. een plaatje
  5. 7. een munt van goud
  6. 8. dat iets anders wordt
  7. 9. iets wat overgaat van het een in het ander
  8. 14. een speciale klei die in een oven gebakken is
  9. 15. het is alsof maar is dat ook zo